Strategische dialoog over toekomst Europese landbouw gepresenteerd

 In Agrofood

Hoe bieden we landbouwers en hun gemeenschappen een beter perspectief? Dit stond centraal tijdens de strategische dialoog over de toekomst van de Europese landbouw, een initiatief van Ursula von der Leyen. De dialoog dient als input voor de nieuwe Europese Commissie.

Strategische dialoog

Er is de afgelopen anderhalf jaar in de EU veel te doen geweest over de positie en de toekomst van landbouwers. In 2023 en 2024 werd er in heel Europa breed geprotesteerd door boeren, omdat zij het gevoel hebben dat de Europese wet- en regelgeving het werk als landbouwer bemoeilijkt en het hun perspectieven voor de toekomst doet verkleinen.

Op initiatief van Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, kwamen sinds januari 2024 landbouwers, coöperaties, agrovoedingsbedrijven, plattelandsgemeenschappen, niet-gouvernementele organisaties, het maatschappelijk middenveld, financiële instellingen en wetenschappers samen om een dialoog te voeren over de toekomst van landbouw- en voedselsystemen in de EU.

Er stonden vier vragen centraal: hoe bieden we boeren en plattelandsgemeenschappen een beter perspectief; hoe kan landbouw worden ondersteund binnen de grenzen van de planeet; hoe kan er beter gebruik worden gemaakt van de enorme kansen die kennis en innovatie bieden; en hoe kan een goede toekomst voor het Europese voedselsysteem worden bevorderd?

Het dialoog werd afgerond met een rapport, dat op 4 september 2024 door dialoogvoorzitter Peter Strohschneier werd overhandigd aan Von der Leyen.

Aanbevelingen

In totaal kent het rapport veertien aanbevelingen. Zo vraagt het rapport om een aanpassing van het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), aan de hand van drie doelstellingen: het bieden van sociaaleconomische steun aan boeren; het bevorderen van positieve milieu-, sociale en dierenwelzijnsresultaten; en het versterken van de randvoorwaarden voor plattelandsgebieden. Om boeren te belonen en duurzaamheid te stimuleren, moeten milieubetalingen verder gaan dan wat EU-wetgeving vereist en gekoppeld worden aan meetbare resultaten met indicatoren.

Daarnaast stelt het rapport voor om een nieuw en tijdelijk “Agri-food Just Transition Fund” op te richten, een EU-fonds om regio’s te helpen met een rechtvaardige, duurzame transitie in de landbouw. Ook wordt er opgeroepen tot betere samenwerking tussen de publieke en private sector om kapitaal te mobiliseren en zo het voedselsysteem te helpen met de duurzame transitie.

Tevens wil het rapport dat de EU zich richt op het verminderen van broeikasgasemissies in de landbouw, onder meer door minder gebruik te maken van mineralen en pesticiden en door biologische bestrijdingsmiddelen te ontwikkelen en gebruiken. Zo wil het rapport dat er een methode komt voor emissieregistratie, met specifieke doelen voor verschillende soorten landbouw en hun omstandigheden. Daarbij vraagt het rapport om een implementatiepad voor maatregelen door te voeren, zodat de vastgestelde emissiereductiedoelen worden bereikt.

Verder moet de EU een juridisch bindend doel stellen om tegen 2050 geen netto landverlies te hebben. De landbouw moet worden aangepast aan veranderende klimaatomstandigheden en investeren in waterbestendige en minder grondstofintensieve landbouw. Er moet een duurzaam systeem worden ontwikkeld om innovaties in plantveredeling te ondersteunen om de opbrengsten te behouden ondanks de toenemende klimaatuitdagingen. Daarnaast moet de Europese Commissie een nieuw Europees Observatorium voor Landbouwgrond oprichten.

Nederlandse provincies

De grote lijnen van het rapport komen overeen met de wensen van de Nederlandse provincies met betrekking tot de toekomst van de land- en tuinbouw in de EU. Het rapport staat net als de provincies voor verduurzaming van het Europese landbouw en-voedselsysteem en tegelijkertijd voor de borging en waardering van betaalbaal en gezond voedsel, voedselveiligheid en-zekerheid.

In lijn met de Nederlandse provincies, bieden de conclusies meer ruimte voor doelsturing en maatwerk. Ook is er veel aandacht voor een goed verdienmodel, hulp bij het overnemen en starten van een duurzaam landbouwbedrijf en eerlijke prijzen voor de producten. Tot slot wordt er opgeroepen tot het versterken van de plantaardige toeleveringsketen. Er moet meer aandacht komen voor plantaardige eiwitten en consumenten moeten ondersteund worden in de eiwittransitie.

Context en vervolg

Het Europese gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) bepaalt de Europese wetgeving voor de land- en tuinbouw en beschrijft hoe Europese landbouwsubsidies worden besteed. Het huidige GLB werd in 2018 voorgesteld door de Commissie en in 2021 goedgekeurd door het Europees Parlement en de EU-lidstaten. Het GLB loopt tot en met 2027. De Commissie komt in 2025 met een voorstel voor de herziening van het GLB, dat vanaf 2028 in werking treedt.

Het rapport dat is voortgekomen uit de strategische dialoog over de landbouw, zal richtinggevend zijn voor de visie van de Commissie op de toekomst van landbouw. Von der Leyen kondigde aan dat deze visie in de eerste honderd dagen van de nieuwe Commissie wordt gepresenteerd. Het is belangrijk om in Nederland gezamenlijk de dialoog te starten om hierop aan te haken.

In mei 2024 is er al een wijziging geweest van het huidige GLB, onder druk van de vele boerenprotesten. Het Hongaars EU-voorzitterschap van de Raad wil in de herfst van 2024 Raadsconclusies over de toekomst van het GLB aannemen.

Door:

Femke Boersma, Huis van de Nederlandse Provincies

Luc Haverkamp, Huis van de Nederlandse Provincies

Bron:

Strategische dialoog over de toekomst van de landbouw in de EU legt eindverslag voor aan voorzitter Von der Leyen – Europese Commissie

Meer informatie:

Nieuw, hervormd gemeenschappelijk landbouwbeleid officieel goedgekeurd – Huis van de Nederlandse Provincies

EU versoepelt milieuregels voor de landbouw, boeren profiteren dit jaar al – Huis van de Nederlandse Provincies


Recent Posts