Nieuwe regels voor de definitie van “groene” waterstof
Wanneer mag waterstof als “groen” worden bestempeld? De Europese Commissie heeft nieuwe regels gepubliceerd om duidelijkheid te verschaffen over de definitie van hernieuwbare waterstof. Decentrale overheden hebben hiermee concrete handvatten om waterstofprojecten op te zetten.
Hernieuwbare waterstof
Wanneer mag waterstof “groene waterstof” heten en waar moet de elektriciteit vandaan komen om waterstof als “groen” te definiëren? De Europese commissie heeft nieuwe regels gepubliceerd om de definitie van “groen” of “hernieuwbare” waterstof te verduidelijken, aan de hand van twee gedelegeerde handelingen. Zulke handelingen zijn aanvullingen op bestaande wetgevingen, in dit geval op de richtlijn Hernieuwbare Energie. Hiermee moet duidelijker worden voor investeerders en (decentrale) overheden welke waterstof(productie)projecten zich kunnen kwalificeren als “groen”. Het voorstel met de twee gedelegeerde handelingen is naar het Europees Parlement en de Raad van de EU gestuurd ter goedkeuring.
De eerste gedelegeerde handeling verduidelijkt met welk criteria waterstof, brandstoffen met waterstof als basis of andere energiedragers onder de categorie “hernieuwbare brandstoffen met niet-biologische bron” kunnen worden geschaald. Met andere woorden: wanneer mag waterstof als groen worden bestempeld?
In deze handeling wordt ook het additionaliteitsbeginsel voor waterstof verduidelijkt, om zo te garanderen dat er voldoende hernieuwbare elektriciteit beschikbaar is voor waterstofproductie. Zo is bijvoorbeeld de mogelijkheid geïntroduceerd om tot 2028 de aanvullende elektriciteit uit (bestaande) zonne- en windparken te gebruiken voor groene waterstofprojecten. Dit betekent dat er tot 2028 een overgangsperiode plaatsvindt om elektrolyse-installaties op te schalen en op de markt te brengen. Met de huidige handeling dient er vanaf 2028, binnen 36 maanden, een elektrolyser gerealiseerd te zijn om de waterstof(productie) “groen” te mogen noemen. Voor nieuwe elektrolyseprojecten kan er vanaf 2028 dus geen meer gebruik meer worden gemaakt van een bestaand wind- en zonnepark.
De tweede gedelegeerde handeling licht een methode uit voor het becijferen van de broeikasgasuitstoot tijdens de levenscyclus van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische en brandstoffen op basis van hergebruikte koolstof. Hierin is ook bepaald dat het gebruik van brandstoffen op basis van hergebruikte koolstof de uitstoot van broeikasgassen met ten minste 70 % moet verlagen ten opzichte van de vervangen brandstoffen.
Decentrale relevantie
Voor decentrale overheden en regionale clusters voor zware industrie is het belangrijk om te weten of de waterstofprojecten waarin ze willen investeren wel “groen” zijn. Momenteel kost het veel tijd om waterstof door middel van elektrolyse te produceren. Bij de meeste waterstofproductieprojecten gaat er een aantal jaren overheen voordat er daadwerkelijk een elektrolyser al is gerealiseerd. Zo zijn er in Nederland meerdere zonneparken aangelegd of gepland voor elektrolyseprojecten, zonder dat de elektrolyser al is gerealiseerd. Hierdoor mocht in de oude situatie de waterstofproductie niet “groen” worden genoemd. Het maakt uit of iets “groene waterstof” mag heten, in verband met de staatssteun die groene waterstofprojecten kunnen ontvangen.
REPowerEU-Plan
De nieuw gepresenteerde handelingen zijn onderdeel van een breder Europees regelgevingskader inzake waterstof, waaronder ook het REPowerEU-plan en grote, grensoverschrijdende waterstofprojecten vallen.
Het REPowerEU-Plan streeft ernaar om de totale energieconsumptie in 2030 voor 45% uit groene, hernieuwbare energie te laten bestaan. Het plan wil namelijk de toevoer van fossiele brandstoffen uit Rusland naar Europa stoppen en de Europese klimaattransitie versnellen. Groene waterstof is daarom een belangrijk onderdeel binnen het REPowerEU-plan. Zo wil de Commissie binnen REPowerEU het aantal Hydrogen Valleys verdubbelen en is het Noordzeegebied aangewezen als één van de drie belangrijke importcorridors voor waterstof.
Daarnaast werden er in 2022 twee grensoverschrijdende waterstofprojecten goedgekeurd door de Europese Commissie. Aan zowel “IPCEI Hy2Tech” als “IPCEI Hy2Use” deden meerdere Nederlandse bedrijven mee, die samen met andere Europese bedrijven hun krachten bundelden om de waterstofinfrastructuur verder te ontwikkelen. Voor deze projecten zijn enkele miljarden vrijgemaakt. Door samen te werken, kunnen er schaalvoordelen worden behaald die een lidstaat individueel niet kan bereiken. Dit geeft een impuls aan het concurrentievermogen van de EU.
Voor specifieke vragen kunt u contact opnemen met Johanna Neyt, dossierhouder Klimaat en Energie in het Huis van de Nederlandse Provincies.
Door:
Femke Boersma, Huis van de Nederlandse Provincies
Madelief Post, Huis van de Nederlandse Provincies
Bron:
Commissie stelt regels voor hernieuwbare waterstof op – Europese Commissie
Meer informatie:
REPowerEU-plan verhoogt Europese ambities voor hernieuwbare energie – Kenniscentrum Europa Decentraal
5,4 miljard euro voor grensoverschrijdend waterstofproject – Huis van de Nederlandse Provincies
5,2 miljard euro voor tweede grensoverschrijdende waterstofproject – Huis van de Nederlandse Provincies