Interview Europarlementariër Vera Tax

 In Geen onderdeel van een categorie

Sinds de zomer is PvdA-Europarlementariër Vera Tax lid van de parlementaire commissie voor regionale ontwikkeling (REGI). Wij spraken haar in het Europees Parlement over haar drijfveren en ambities voor de komende vijf jaar.

Waarom heeft u voor de commissie voor regionale ontwikkeling gekozen?

“Ik groeide op in Venlo, vijftien minuten van de Duitse grens en een echte grensregio. Toen ik jong was heeft het wonen in een grensregio veel invloed gehad op mijn leven, ik merkte dagelijks wat de Europese Unie kan doen. Ik groeide op in de jaren tachtig, toen de muur viel, toen de grenzen opengingen en de euro in zicht kwam. De Europese Unie heeft voor mij het leven alleen maar leuker en makkelijker gemaakt. Daar wil ik aan blijven bouwen als politica.”

“Europa dichter bij de mensen brengen is een van de redenen waarom ik Europarlementariër wilde worden. Europa biedt talrijke kansen en mogelijkheden waarvan veel mensen niets afweten, daar wil ik een bruggenbouwer voor zijn. De kennis die ik in het Europees Parlement vergaar wil ik inzetten om zoveel mogelijk samen te werken met verschillende partners. In de komende tijd wil ik alle regio’s in Nederland gaan bezoeken om een goed beeld te krijgen van wat daar leeft.”

Naast de commissie voor regionale ontwikkeling bent u ook lid van de transportcommissie. Merkt u overlap tussen beide commissies?

“Mijn keuze is gevallen op de commissie voor vervoer en toerisme omdat dit voor mijn thuisregio en Nederland heel belangrijk is. Met name binnen grensoverschrijdende interregionale samenwerking zie ik een overlap met de commissie voor regionaal beleid. Binnen de logistieke sector moeten we zorgen dat we de juiste goederen snel naar de juist plek brengen, maar dat ook duurzaam doen.”

Bent u het eens met het voorstel van het Nederlandse kabinet om te korten op de structuurfondsen, of om deze fondsen in ieder geval niet te verhogen?

“Het Nederlandse kabinet zegt dat het niet meer wil afdragen aan de EU en een beoogde maatregel daarvoor is het korten op structuurfondsen. Voor mij is dat onderdeel van een proces dat nog niet is afgerond en heel genuanceerd en precair is. Momenteel moet er bijvoorbeeld extra geld naar de Europese Green Deal. Je kunt Europa alleen maar duurzamer krijgen als je daar ook gezamenlijk in investeert. Eerst zou er gekeken moeten worden naar investeringen of fondsen waar minder heen kan, zodat dat geld in duurzaamheid kan worden geïnvesteerd. Ik vind het goed dat Nederland in eerste instantie niet meer wil uit geven, maar ik vind dat het kabinet niet principieel moet vasthouden aan de 1% bijdrage aan het EU-budget. Met name wanneer wij vanuit Europa duidelijk kunnen maken dat er voor het uitvoeren van de Europese Green Deal echt extra geld nodig is.”

Hoe is de samenwerking met uw Nederlandse collega’s in de commissie?

“Tom Berendsen van het CDA zit sinds de zomer, net als ik, in zowel de commissie voor regionaal beleid als in de commissie voor vervoer en toerisme. Caroline Nagtegaal van de VVD zit ook in die laatste commissie. Als vertegenwoordigers van de Nederlandse kiezer vind ik het belangrijk om met hen samen te werken. Als je politieke verschillen hebt, dan is dat zo. We agree to disagree. We moeten vooral kijken naar wat ons verbindt, dan kun je samen het verschil maken.”

Welke kansen voor Nederland ziet u op het gebied van regionale ontwikkeling?

“Voor mensen die in grensregio’s wonen zijn veel voorzieningen over de grens makkelijker te bereiken dan die in hun eigen lidstaat, op deze manier blijven de grenzen toch voelbaar. Dit is met name te merken als het gaat om de toegankelijkheid van de zorg en bij wonen en werken in verschillende landen. Nederlandse patiënten die graag in Duitsland medisch geholpen willen worden moeten dat kunnen regelen met hun verzekering, andersom geldt hetzelfde.”

“Verder wil ik graag iets doen aan de bureaucratie. Dat zeg ik ook op basis van mijn eigen lokale ervaring, in de gemeenteraad van Venlo. Europese steun aanvragen moet makkelijker en eenvoudiger worden. Een van de doelstellingen van Europa is dat medeoverheden met Europese steun makkelijk en snel beleid ten uitvoer kunnen brengen om onderlinge verschillen te overbruggen. De verantwoording is zo lastig, dat projecten en initiatieven soms niet eens worden ingediend. Als de deadline niet gehaald wordt ontvangt een project geen geld kan dat een financieel probleem veroorzaken, dat veroorzaakt echt een angst om aanvragen te doen. Eén van mijn doelstellingen is om dat in het nieuwe kader eenvoudiger te maken.”

“Verder vind ik ook taalonderwijs in de grensregio erg belangrijk. Mensen die in aanmerking willen komen voor een baan over de grens zullen de taal moeten beheersen. Door de Europese Unie wonen we in een vrijemarkteconomie, maar daar zijn nog veel verbeteringen mogelijk. De komende tijd wil ik mij daarin verdiepen om vervolgens te kijken wat die verbeterpunten zijn.”

Hoe kijkt u aan tegen het belang van regio’s voor Nederland en voor Europa?

“We zien onszelf meestal in de eerste plaats als inwoner van Nederland en in de tweede plaats van de provincie. Maar mensen hebben vaak een nóg sterkere band met hun regio, vanwege het eigen karakter en de bijbehorende belangen. Nederland denkt gelukkig ook steeds meer in regiostructuren, zoals Europa dat al langer doet. Dit beleid zie je onder andere terug in de Regiodeals van de Nederlandse overheid.”

Wat verwacht u van de komende tijd?

“Het is belangrijk dat de Green Deal op Europees niveau uitgevoerd gaat worden. Een belangrijk onderdeel daarvan vind ik het Just Transition Fund van Frans Timmermans, waardoor alle lidstaten mee kunnen doen aan de transitie naar schone energie. Verschillende regio’s zijn voor hun werkgelegenheid afhankelijk van fossiele brandstoffen. Die regio’s moeten een alternatief krijgen om de werkgelegenheid te behouden, zodat bewoners niet zonder baan komen te zitten zodra wij geen fossiele brandstoffen meer gebruiken.”

“De Parkstad Limburg regio kan hier als voorbeeld dienen, daar zijn de mijnen in de jaren zeventig gesloten. Tot op heden loopt die regio achter op het gebied van werkgelegenheid, armoedebeleid en sociaaleconomische status. Met dat in het achterhoofd is dat Just Transition Fund zo belangrijk, je kunt het immers maar één keer goed doen. Als het niet meteen goed aangepakt wordt heb je daar – we zijn nu bijna vijftig jaar verder – nog steeds last van. Ik hoop dat we kunnen leren van de fouten of tekortkomingen in het verleden en dat het Just Transition Fund daar mooie oplossingen voor gaat bieden. Het is wat dat betreft een voordeel dat Eurocommissaris Frans Timmermans zelf uit deze regio komt, hij kan zijn eigen ervaringen hierin meenemen.”

Door:

Marieke ter Horst, Huis van de Nederlandse Provincies

Recent Posts