Honderden vertegenwoordigers van Nederlandse provincies naar Europese Week van Regio’s en Steden
Tijdens de Europese Week van Regio’s en Steden hebben de Nederlandse Rijksoverheid en decentrale overheden hun gezamenlijke Visiepaper Cohesiebeleid post 2027 gepresenteerd. Honderden provinciale vertegenwoordigers namen deel aan sessies over belangrijke EU-thema’s.
Visiepaper Cohesiebeleid
Vorige week kwamen honderden vertegenwoordigers uit de Nederlandse provincies samen tijdens de Europese Week van Regio’s en Steden (EWRC). Op uitnodiging van het Huis van de Nederlandse Provincies (HNP) waren zo’n vierhonderd provinciale Statenleden, gedeputeerden en ambtenaren op 9 oktober 2024 aanwezig in Brussel.
In de ochtend verwelkomden Pieter Jan Kleiweg de Zwaan, de Nederlandse Permanente Vertegenwoordiger bij de EU en HNP-voorzitter Arthur Van Dijk, voorzitter van de Nederlandse delegatie in het Europees Comité van de Regio’s en Commissaris van de Koning, bestuurders van Nederlandse provincies, gemeenten en waterschappen in Brussel voor de 22e editie van de EWRC. Samenwerking tussen alle bestuurslagen – van lokaal tot Europees – is cruciaal om toekomstige uitdagingen aan te pakken.
Een hoogtepunt van het evenement was de presentatie van het Nederlandse Visiepaper Cohesiebeleid post 2027 aan Directeur-Generaal Themis Christophidou van de Europese Commissie (DG Regio). Dit document brengt inzichten van alle Nederlandse beleidsniveaus samen en belichaamt het partnerschapsprincipe dat centraal staat in het cohesiebeleid.
Het cohesiebeleid is in het leven geroepen om regionale verschillen in Europa weg te nemen. De huidige programmaperiode loopt van 2021 tot en met 2027. De partnerschapsovereenkomst voor het Nederlandse cohesiebeleid werd in de zomer van 2022 goedgekeurd en heeft een budget van 2 miljard euro. Op basis van de input van de Raad van Ministers, het Europees Parlement en het Europees Comité van de Regio’s, komt de Europese Commissie in 2025 tot een nieuw wetgevingsvoorstel over het cohesiebeleid na 2027. Het gezamenlijke Nederlandse visiepaper dient als input voor het Commissievoorstel.
Nederland roept in het visiepaper op om in te zetten op convergentie tussen regio’s die op sociaaleconomisch gebied achterblijven en het verbeteren van de concurrentiekracht. Dat betekent dat het cohesiebeleid na 2027 zich blijft inzetten op de digitale, sociale en groene transities, met onderzoek en innovatie als drijver. Het visiepaper leest u via deze link.
Provincies en de EU
Op woensdagmiddag 9 oktober kwamen de Nederlandse provincies bijeen in het Koninklijk Museum van de Schone Kunsten in Brussel. Het doel was om de EU-kennis van provincies te vergroten, het Europese netwerk van provincies te versterken en zichtbaarheid te creëren voor het werk van provincies in de EU.
Arthur van Dijk en Klasja van de Ridder, Hoofd van de Vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Nederland, openden de middag. Zowel het belang van de uitvoering van EU wet- en regelgeving door Nederlandse regionale en lokale overheden, als ook de prioriteiten van de nieuwe Europese Commissie, waaronder het Draghi-rapport, stonden centraal.
Commissaris Van Dijk opende de sessie: “Het lijkt er soms wel op dat we makkelijker samenkomen in Brussel dan in Den Haag. Maar, onthoud ook: één gesprek is geen gesprek, het gaat om investeren in je partners, in je netwerk. Het echte werk begint eind van het jaar, dan komt de nieuwe Europese Commissie met een agenda voor de periode van 2025 tot en met 2029. Het is enorm belangrijk dat we daar op anticiperen en de juiste stappen zetten; daar gaan wij mee aan de slag.”
Klasja van de Ridder vervolgde: “Ik hoor normaal nauwelijks Nederlands in Brussel, maar de hele stad bruist van de Nederlanders deze week! Het toont hoe regio’s, zoals de Nederlandse provincies, groei en werkgelegenheid stimuleren, het EU-cohesiebeleid in de praktijk brengen en bijdragen aan goed bestuur in de EU. Laten we gezamenlijk bouwen aan oplossingen die onze gemeenschappen sterker maken en bijdragen aan een duurzame toekomst.”
Grote EU-thema’s
Na het plenaire gedeelte, volgden drie sessies over actuele Europese thema’s voor provincies:
- Landbouw & Milieu: Europese voedselzekerheid en een gezonde leefomgeving, de Nederlandse opgave
Gedeputeerden Mirjam Sterk (Utrecht) en Egbert van Dijk (Drenthe) concludeerden dat Nederlandse overheden en EU-stakeholders met elkaar in gesprek moeten blijven om tot oplossingen te komen voor de uitdagingen waar we voor staan, bijvoorbeeld door te participeren in de strategische dialoog over de toekomst van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Gezondheid, natuur en dierenwelzijn moeten daarbij de uitgangspunten zijn. Dat kan enkel als we op een integrale en gebiedsgerichte manier werken aan voedselzekerheid en een gezonde en veilige leefomgeving.
- Klimaat & Mobiliteit: Volle vaart vooruit naar emissieloze transport en klimaatneutrale regio’s in 2050
De sessie blikte terug op de komst van de Europese Green Deal, dat kaders stelt voor klimaat- en mobiliteitsdoelen voor 2050. Provincies spelen een belangrijke rol bij de uitwerking van deze doelstellingen. Ook kent de Green Deal Europese financieringsprogramma’s die provincies benutten. In de sessie keken sprekers en aanwezigen vooruit naar regionale uitdagingen als bereikbaarheid, multimodaal transport, haalbaarheid van Europese wetgeving en netcongestie bij het behalen van de klimaatdoelen, waarbij Europese, nationale en regionale samenwerking hard nodig is.
- Regionale & Circulaire Economie: Towards a competitive and circular regional economy
De sessie gaf een inkijkje in hoe we als Nederlandse en Europese regio’s samenwerken aan de transitie naar een circulaire economie. De onlangs gepubliceerde HNP-brochure “Cohesiebeleid in Nederland” kwam eveneens aan bod. Cohesiefondsen zijn een belangrijk middel voor provincies om de regionale en circulaire economie te stimuleren. Daarnaast werd er een tipje van de sluier gelicht door de Europese Commissie voor toekomstige plannen op gebied van de circulaire en bio-economie.
Met dank aan de sprekers Mariëtte van Leeuwen, Bram Schmaal, Mirjam Sterk, Egbert van Dijk, Carla Boonstra, Ger Koopmans, Annie van der Pas, Herman Lelieveldt, Ans Mol, Jeroen Olthof, Yvon Slingenberg, Lotte Lankveld, Karen Vancluysen, Jill Warren, Esther Rommel, Jan Klopman, Hans Ingels, Friso Douwstra, Coos Wessels, Andreas Bühler en Monika Bánka.
Er werd afgesloten met een receptie, waarbij de provincies kennis maakten met stakeholders uit de Europese instellingen, het Europese maatschappelijk middenveld en andere EU-regio’s.
Europese Week van Regio’s en Steden
De 22e editie van de Europese Week van Regio’s en Steden (EWRC) 2024 vond plaats van 7 tot en met 10 oktober 2024. Tijdens deze week komen vertegenwoordigers van decentrale overheden uit heel Europa samen in Brussel, waaronder politici, bestuurders, experts en academici, om te praten over het belang van regio’s en regionaal beleid.
Deze week is belangrijk voor Nederland. Lokale en regionale overheden zijn onmisbaar om het succes van grote transities, zoals de groene en digitale transities, te waarborgen. Ze spelen ook een cruciale rol bij de implementatie, uitvoering en handhaving van Europese wetgeving op lokaal en regionaal niveau. Door lokale, regionale en nationale bestuurders met elkaar te verbinden, zorgen we ervoor dat Europees beleid en regelgeving inspelen op lokale behoeften.
Het was een geslaagde 9 oktober en daarmee voor de provincies een goede 22e editie van de EWRC. Tot volgend jaar!
Door:
Femke Boersma, Huis van de Nederlandse Provincies
Bron:
Visiepaper Cohesiebeleid post 2027 – Rijksoverheid