Grensregio’s krijgen steun in de rug met nieuwe EU-aanpak grensoverschrijdende belemmeringen
Grensarbeiders die tijdens een pandemie niet naar werk kunnen, treinen die niet goed op elkaar aansluiten en slechte toegang tot de gezondheidszorg om de hoek. Het is een greep uit de belemmeringen die mensen in grensregio’s meemaken. De EU wil daar nu verandering in brengen.
Belemmeringen in grensregio’s
Zeker 150 miljoen burgers in Europese grensregio’s maken het wel eens mee: een obstakel in het dagelijks leven als burger, werknemer, ondernemer of hulpbehoevende omdat bepaalde zaken niet grensoverschrijdend zijn geregeld. Oplossingen komen niet van de grond, want verschillende technische normen of nationale wetgevingen belemmeren effectieve, grensoverschrijdende samenwerking. Hierdoor komt de ontwikkeling van infrastructurele projecten stil te liggen, of wordt de exploitatie van grensoverschrijdende overheidsdiensten aangetast.
Volgens de Europese Commissie zou het wegnemen van 20% van deze juridische en administratieve belemmeringen leiden tot een stijging van 2% van het bbp in grensregio’s en meer dan één miljoen extra banen creëren. Een Europees rechtsinstrument om dergelijke belemmeringen aan te pakken, kan al meer dan een derde van de gevallen helpen oplossen.
Daarom heeft de Commissie een verordening voor het vergemakkelijken van grensoverschrijdende oplossingen gepubliceerd. De Raad van de EU en het Europees Parlement moeten nog akkoord gaan met de nieuwe verordening. Dan is de verordening pas van kracht.
Grensoverschrijdende coördinatiepunten
Het eerste onderdeel van het voorstel is het oprichten van grensoverschrijdende coördinatiepunten. Coördinatiepunten moeten een onafhankelijke autoriteit of een publiekrechtelijk orgaan zijn, of een onderdeel worden van een bestaande autoriteit of een publieksrechtelijk orgaan, zoals decentrale overheden. Elke lidstaat moet minstens één coördinatiepunt oprichten op nationaal of regionaal niveau. Het is toegestaan voor twee of meer buurlanden om een bestaande, gezamenlijke autoriteit aan te wijzen als coördinatiepunt voor één of meerdere gedeelde grenzen.
Een coördinatiepunt beoordeelt verzoeken van belanghebbenden over grensoverschrijdende kwesties en schakelt tussen de verschillende nationale autoriteiten om tot een oplossing te komen. Belanghebbenden krijgen volgens het voorstel altijd antwoord op hun verzoek en uitleg over hoe hun verzoek wordt behandeld. Maritieme grensregio’s vallen onder de verordening.
Coördinatiepunten moeten relevante informatie over grensoverschrijdende belemmeringen en oplossingen publiekelijk beschikbaar maken en de uitkomst van specifieke verzoeken in een publiek register bijhouden. In het geval dat meerdere coördinatiepunten zich met een soortgelijke casus bezighouden, kan er op die manier snel en makkelijk informatie worden uitgewisseld. Dit moet dubbel werk voorkomen.
Verder stelt de Commissie in de verordening dat het een netwerk van grensoverschrijdende coördinatiepunten wil oprichten, dat dient als een soort forum. Het uitwisselen van best practices kan het oplossen van belemmeringen ten gunste komen.
Instrument voor grensoverschrijdende samenwerking
Het tweede onderdeel van het voorstel is de Cross-Border Facilitation Tool, oftewel het instrument voor grensoverschrijdende samenwerking. Mocht het coördinatiepunt na het beoordelen van een ingezonden verzoek tot de conclusie komen dat er inderdaad sprake is van een juridische of administratieve, grensoverschrijdende belemmeringen, staat het de lidstaten vrij hier naar eigen inzicht op te reageren. Zo kunnen lidstaten terugvallen op bestaande, nationale oplossingen. Echter, als dit niet voldoende is, kan deze tool als instrument worden ingezet. Dan kijkt de lidstaat samen met het buurland naar de benodigde stappen om wetgeving aan te passen en op elkaar te laten aansluiten. Een lidstaat kan ook besluiten het obstakel niet uit de weg te ruimen, maar dan zal het tekst en uitleg aan de indiener van het verzoek moeten geven waarom deze keuze is gemaakt.
Context
Eerdere onderhandelingen over een dergelijke wetgeving, het European Cross-Border Mechanism (ECBM)-voorstel, liepen vast. Nadat de Commissie op 29 mei 2018 het ECBM-voorstel publiceerde, nam de het Europees Parlement het voorstel aan. Echter, de lidstaten in de Raad van de EU zetten in 2021 de onderhandelingen stop, nadat er bezwaren waren over de wettelijke basis van het voorstel, de administratieve lasten die het voorstel met zich mee bracht en het vrijwillige karakter van ECBM.
Daarop besloot het Parlement op eigen initiatief een wetgevingsresolutie aan te nemen, dit gebeurde in september 2023. Hierin werd de Commissie aanbevolen het ECBM-voorstel door te zetten, maar dan in gewijzigde vorm. De onderhandelingen kunnen nu opnieuw beginnen.
Door:
Femke Boersma, Huis van de Nederlandse Provincies
Bron:
Commissie pakt juridische en administratieve belemmeringen in Europese grensregio’s aan om eengemaakte markt te versterken – Europese Commissie
Meer informatie:
REGULATION on a mechanism to resolve legal and administrative obstacles in a cross-border context – Europese Commissie