Europese natuurherstelwet definitief akkoord: wat staat ons te wachten?
Na moeizame onderhandelingen, is de Europese natuurherstelwet nu toch van kracht geworden. De controversiële wet maakte veel los en werd meermaals aangepast. Nu de wet is goedgekeurd, kan het herstellen van de Europese natuur beginnen. Wat staat ons te wachten?
Controverse natuurherstelwet
Op 17 juni 2024 hebben de Europese lidstaten in de Raad van de EU de natuurherstelwet officieel goedgekeurd. Het doel van de wet is de schade aan de Europese natuur tegen 2050 compleet te herstellen. De wet kent doelstellingen voor natuurherstel in verschillende, aangetaste ecosystemen.
Het is een lang en moeizaam traject geweest. De Europese Commissie presenteerde op 22 juni 2022 de allereerste Europese natuurwet ooit. In dit voorstel stonden verschillende juridisch bindende doelstellingen voor het herstel van onder meer bosecosystemen, bestuivende insecten, stedelijke ecosystemen en landbouwecosystemen. In het voorstel was ook een verslechteringsverbod opgenomen. Het niet nakomen van een dergelijk verbod, zou mogelijk kunnen leiden tot een stop op het verlenen van vergunningen, bijvoorbeeld voor bouwprojecten of de aanleg van wegen. De wet kon op bijval, maar ook erg veel kritiek rekenen, onder meer van Nederlandse (decentrale) overheden.
In november 2023 gaven de EU-lidstaten en het Europees Parlement – de twee wetgevers – hun eerste akkoord, maar wel nadat de wet sterk was aangepast. Het verslechteringsverbod werd eruit gehaald en de juridisch bindende doelstellingen werden omgezet in een inspanningsverplichting: een verplichting voor lidstaten om zich aantoonbaar in te spannen tegen de achteruitgang van de aangetaste ecosystemen. Daarnaast mocht de wet de planning, bouw en exploitatie van installaties voor belangrijke projecten, zoals hernieuwbare energie, niet in de weg staan.
Voordat een wet in werking kan treden, moet een eerste, politieke akkoord tussen de twee EU-wetgevers nog officieel worden goedgekeurd. Doorgaans is dit een formaliteit, maar in het geval van de natuurherstelwet niet. Ondanks de afzwakkingen van het oorspronkelijke voorstel, stemde eind februari 2024 een nipte meerderheid van 52% van de Europarlementariërs in met het akkoord. In de Raad kwam het niet tot een meerderheid en vormde zich een blokkerende groep, met onder meer Nederland, Italië, Zweden, Finland, Zweden en Oostenrijk. Het Belgisch voorzitterschap van de Raad besloot daarom de definitieve stemming over het voorstel uit te stellen. Uiteindelijk bleek Oostenrijk toch voor het akkoord te willen stemmen en werd de stemming terug op de agenda gezet. Hiermee is er alsnog een meerderheid gevonden in de Raad. Omdat het Parlement in februari het akkoord al officieel heeft aangenomen, is de Europese natuurherstelwet daarmee definitief van kracht.
Nieuwe maatregelen
Wat betekent de nieuwe EU-natuurherstelwet? Lidstaten zijn verplicht om maatregelen te nemen om uiterlijk in 2030 minstens 30% van alle, in lijsten genoemde, beschadigde ecosystemen te herstellen. In 2040 moet dit 60% zijn en in 2050, 90%. Tot in 2030 moeten lidstaten bij de uitvoering van de herstelmaatregelen prioriteit geven aan Natura 2000-gebieden. Voor Natura 2000-gebieden geldt al een verslechteringsverbod, dat voortkomt uit de reeds bestaande Europese Habitatrichtlijn. Oftewel, deze gebieden mogen niet achteruitgaan. Dit verslechteringsverbod wordt niet uitgebreid naar gebieden buiten de Natura 2000-gebieden. Er is tot 2030 geen wettelijke herstelverplichting om maatregelen voor andere gebieden binnen deze ecosystemen te implementeren.
Het akkoord stelt enkele specifieke doelstellingen om de aangetaste ecosystemen te herstellen.
- Bestuivende insecten: verplichte maatregelen nemen, zodat de afname van bestuivers tegen 2030 is omgebogen. De voortgang elke zes jaar monitoren.
- Bosecosystemen: verplichte maatregelen treffen om de biodiversiteit van bosecosystemen te vergroten en een positieve trend rondom dood hout, bosvogels en het risico op bosbranden te creëren. Bijdragen aan het planten van 3 miljard extra bomen tegen eind 2030.
- Stedelijke ecosystemen: geen nettoverlies aan groene stedelijke ruimten en boomkroonbedekking tegen 2030, tenzij stedelijke ecosystemen meer dan 45% van de groene ruimte beslaan. Positieve trend creëren tot de toestand “bevredigend” is.
- Landbouwecosystemen: stijgende trend creëren voor minstens twee van de drie indicatoren: (1) de aantallen grasvlinders en akker- en weidevogels, (2) het aandeel organische koolstof in minerale akkerbodems en (3) het aandeel landbouwgrond met zeer uiteenlopende landschapselementen. Vernatten van veengebieden: herstel van 30% in 2030, 40% in 2040 en 50% in 2050. Dit houdt echter geen verplichting in voor landbouwers en particuliere grondeigenaren.
- De uitvoering van de natuurherstelwet kan specifiek voor landbouwecosystemen met één jaar worden opgeschort in het geval van onvoorziene en uitzonderlijke gebeurtenissen buiten de controle van de EU, die ernstige gevolgen voor de voedselzekerheid in de hele EU hebben.
- Rivierconnectiviteit: het in kaart brengen en wegnemen van barrières die de connectiviteit van oppervlaktewater belemmeren, zodat in 2030 25.000 km aan rivieren vrij kunnen stromen.
Nationaal herstelplan
Om de natuurherstelwet succesvol uit te voeren, moeten lidstaten tot en met 2050 meerdere nationale herstelplannen indienen bij de Commissie, waarin ze uitleggen hoe ze de doelstellingen gaan verwezenlijken. In deze herstelplannen kunnen lidstaten rekening houden met land- en regiospecifieke elementen, zoals bevolkingsdichtheid en culturele vereisten.
Het is belangrijk dat het nationale herstelplan in afstemming met wetenschappers, regionale stakeholders – waaronder decentrale overheden – inwoners en andere belanghebbenden wordt opgesteld, zodat het een breed gedragen en geïntegreerde aanpak bevat. De doelstellingen uit de natuurherstelwet komen bovenop de huidige ambities, die al lastig realiseerbaar blijken. Het is daarom van groot belang dat decentrale overheden in nauwe samenwerking met de Rijksoverheid tot een nationaal plan komen, waarin de haalbaarheid en effectiviteit bovenaan staan.
De Commissie moet in 2033 de toepassing en de gevolgen van en de vorderingen op de natuurherstelwet voor de landbouw-, visserij- en bosbouwsector evalueren, evenals de bredere sociaaleconomische effecten van de verordening. Dit kan leiden tot eventuele aanpassingen.
Verder moet de Commissie een jaar na de inwerkingtreding van de natuurherstelwet een verslag indienen, waarin staat welke financiële middelen er op Europees niveau beschikbaar zijn om de wet uit te voeren. Mocht dit van toepassing zijn, dan kan dit verslag voorstellen om adequate financiering beschikbaar te stellen.
Door:
Femke Boersma, Huis van de Nederlandse Provincies
Bron:
Nature restoration law: Council gives final green light – Raad van de Europese Unie
Meer informatie:
Europese natuurwet gepresenteerd: schade aan ecosystemen moet worden hersteld – Huis van de Nederlandse Provincies
Akkoord natuurherstelwet tussen Europees Parlement en Europese lidstaten – Huis van de Nederlandse Provincies
Week vol akkoorden: EU-natuurherstelwet in laatste fase, nieuwe EU-begroting van kracht – Huis van de Nederlandse Provincies