Europees Parlement heeft een week vol stemmingen over nieuwe klimaatwetgeving

 In Agrofood, Klimaat & Energie, Regionale Economie

In een van de laatste plenaire sessies van het Europees Parlement voor de verkiezingen in juni, hebben Europarlementariërs met een groot aantal klimaatvoorstellen ingestemd. Zo moet de uitstoot van de industrie, landbouw, gebouwen en vervoersmiddelen drastisch omlaag.

Plenaire sessie

Het Europees Parlement kwam van 11 tot en met 14 maart 2024 in Straatsburg samen voor een van de laatste plenaire sessies in de huidige samenstelling van het Parlement, voor de verkiezingen begin juni. Niet alleen het Parlement, maar ook de Europese Commissie wisselt als gevolg van de verkiezingen. Daarom wordt er in de voorafgaande maanden een hoop Europese wet- en regelgeving uit onderhandeld. In de plenaire sessie van maart stonden grote klimaatvoorstellen centraal en werd de evaluatie van het cohesiebeleid 2014-2020 onder de loep genomen.

Industriële emissies

Het Parlement heeft officiële goedkeuring gegeven aan het akkoord dat is gesloten met de Europese lidstaten in de Raad van de EU over de herziening van de Richtlijn Industriële Emissies (IED). De IED heeft effect op industriële installaties en intensieve veehouderijen. Zo wordt industriële activiteit gereguleerd en het storten van afval beperkt, om zo verontreiniging in te dammen. Als de Raad de herziening officieel goedkeurt, naar verwachting later dit voorjaar, is de herziene richtlijn van kracht.

Het akkoord, dat nu door het Parlement is ondertekend, heeft invloed op verschillende zaken. Zo moeten industrieën en veehouderijen minder schadelijke stoffen uitstoten, in zowel lucht als water. Het gaat hierbij onder meer om stikstofoxide, ammoniak en methaan. Het betreft hier intensieve veehouderijen, te beginnen bij de grootste landbouwbedrijven van meer dan 350 grootvee-eenheden (GVE) voor varkens en runderen, 280 GVE voor pluimveebedrijven met vleeskuikens, 300 GVE voor bedrijven met legkippen en 380 GVE voor gemengde industrieën. De Commissie zal in 2026 beoordelen wat de beste aanpak is om de emissies terug te brengen en zal vanaf 2028 de uitvoering van de IED elke vijf jaar evalueren. De nieuwe regels worden geleidelijk toegepast en starten met de grootste landbouwbedrijven in 2030.

Ook mijnbouwactiviteiten en grote bedrijven die batterijen produceren, vallen onder de herziene richtlijn. Daarbij voorziet de wet in grenswaarden voor milieuprestaties, bijvoorbeeld rondom het watergebruik, die door instanties zoals decentrale overheden worden vastgelegd in de openings- en exploitatievergunning van installaties.

Verder komt er een nieuw informatieportaal over industriële emissies. Burgers krijgen toegang tot dit openbare portaal, met daarin alle gegevens over EU-vergunningen en lokale vervuilende stoffen.

Energieprestaties gebouwen

Het Parlement stemde eveneens in met een andere groot klimaatvoorstel, de herziening van de Richtlijn Energieprestaties Gebouwen (EPBD). De EPBD is onderdeel van het “Fit for 55”-pakket en heeft als doelstelling, dat alle nieuwe gebouwen in 2030 emissievrij moeten zijn, evenals alle bestaande gebouwen in 2050. Alle nieuwe overheidsgebouwen moeten vanaf 2028 emissievrij zijn. Historische gebouwen, agrarische gebouwen, speciale architectonische gebouwen, defensiegebouwen en gebedshuizen kunnen een uitzondering krijgen. Als de Raad de herziening officieel goedkeurt, is deze van kracht.

Om bestaande gebouwen emissievrij te krijgen, zet de EU in op het aanmoedigen van renovaties en het uitfaseren van de slechtst presterende gebouwen. Zo moeten lidstaten minimumnormen voor de energieprestaties van bestaande, voor bewoning bestemde (residentiële) gebouwen vastleggen in een nationaal renovatietraject. Verder moeten vanaf 2027 alle nieuwe publieke en commerciële gebouwen, met ruimte op het dak, zonne-energie-installaties bevatten en vanaf 2028 geldt dit voor alle bestaande publieke en commerciële gebouwen. Vanaf 2029 zijn zonne-energie-installaties verplicht op alle nieuwe residentiële gebouwen.

De nationale plannen worden vormgegeven aan de hand van een routekaart met nationale streefcijfers voor 2030, 2040 en 2050. De nationale plannen moeten uiterlijk 30 juni 2026 gereed zijn, daarna worden ze om de vijf jaar uitgebracht.

Emissiestandaarden voor voertuigen

Europarlementariërs kwamen in de plenaire sessie ook tot een officieel akkoord over de nieuwe EU-regels om de uitstoot van personenauto’s, bestelwagens, bussen, vrachtwagens en aanhangers te verminderen. Nieuwe Euro 7-normen vervangen de aparte Europese emissiestandaarden voor auto’s en bestelwagens (Euro 6) en vrachtwagens en bussen (Euro VI) en plaatsen deze binnen eenzelfde raamwerk. Als de Raad de herziening officieel goedkeurt, is de herziene verordening van kracht.

Het voorlopige akkoord dat het Parlement en de Raad in december 2023 hebben bereikt en waar het Parlement nu officieel mee instemt, is echter een stuk minder ambitieus dan het oorspronkelijke voorstel van de Commissie. De emissiegrenswaarden en testomstandigheden voor personenauto’s en bestelwagens blijven gelijk aan de bestaande Euro 6-normen. Voor vrachtwagens en bussen, waaronder stadsbussen, komen er wel strengere limieten.

Verder behelst de herziene verordening ook minimale prestatie-eisen voor de duurzaamheid van batterijen in elektrische en hybride auto’s. Zo moet elk voertuig een milieupaspoort krijgen, waarmee de gebruiker toegang heeft tot de milieuprestaties van het voertuig.

Cohesiebeleid 2014-2020

Het Parlement nam tijdens de plenaire vergadering met een grote meerderheid het evaluatierapport aan over de resultaten en de implementatie van het cohesiebeleid in de periode 2014 – 2020. De evaluatie van dit rapport dient ook als input voor de vormgeving van het nieuwe cohesiebeleid, dat vanaf 2027 ingaat. De Europarlementariërs verwelkomen de positieve cohesieresultaten van het 2014-2020 programma en herbevestigen dat het cohesiebeleid het primaire investeringsinstrument van de EU moet blijven om regionale verschillen te verminderen en sociale, economische en territoriale ontwikkeling te bevorderen.

Concluderend stelt het Parlement dat er niet mag worden bespaard op het cohesiebeleid en dat het van belang is dat het  decentrale beheer van het beleid gewaarborgd blijft. Verder moet het toekomstige cohesiebeleid worden versimpeld. Verder benadrukken de Europarlementariërs dat alle regio’s toegang moeten behouden tot de cohesiefondsen en dat het bruto regionaal product (BRP) niet de enige meetgraad moet zijn voor het toekennen van steun uit het cohesiefonds.

Dit is in lijn met het standpunt van Nederlandse decentrale overheden, het Europees Comité van de Regio’s en een groep deskundigen die in opdracht van de Commissie een verslag hebben geschreven. Het partnerschapsbeginsel en multilevel governance moeten gewaarborgd blijven in het cohesiebeleid, zodat het cohesiebeleid kan blijven doen waarvoor het in het leven is geroepen.

Door:

Femke Boersma, Huis van de Nederlandse Provincies

Bron:

Vervuiling door industrie en grote veehouderijen verminderen – Europees Parlement

Energiezuinigere gebouwen: EP neemt plannen aan om sector koolstofvrij te maken – Europees Parlement

Euro 7: Parlement neemt maatregelen aan voor vermindering emissies wegvervoer – Europees Parlement

European Parliament resolution of 14 March 2024 on cohesion policy 2014-2020 – implementation and outcomes in the Member States – Europees Parlement

Bron:

Raadsakkoord bereikt over wijziging wet industriële emissies – Huis van de Nederlandse Provincies

Alle nieuwbouw vanaf 2030 emissievrij: voorlopig akkoord tussen Europese instellingen – Huis van de Nederlandse Provincies

Nieuwe Europese emissiestandaarden voor voertuigen – Huis van de Nederlandse Provincies

Een nieuw cohesiebeleid voor de periode 2028 – 2034 is weer een stap dichterbij – Huis van de Nederlandse Provincies


Recent Posts