Raadpleging: in hoeverre draagt EU-wetgeving bij aan een schone en gezonde lucht?
Zwaveldioxide, stikstofoxiden, vluchtige organische stoffen, ammoniak en fijnstof: deze stoffen zijn schadelijk voor mens en milieu. De EU-lidstaten moeten de uitstoot hiervan conform EU- wetgeving terugdringen. Lukt dit ook? U kunt tot en met 14 maart 2024 reageren op deze raadpleging.
Raadpleging
Elke Europese lidstaat moet in de periode 2020-2029 vijf luchtverontreinigende stoffen afbouwen, conform de nationale emissiereductieverbintenissen die in de Richtlijn (EU) 2016/2284 zijn vastgesteld. Het gaat om zwaveldioxide, stikstofoxiden, de andere vluchtige organische stoffen zijn methaan, ammoniak en fijnstof. Vanaf 2030 gelden er voor deze stoffen strengere regels.
De Europese Commissie vraagt uw input om de richtlijn op vijf punten te evalueren: (1) in hoeverre de richtlijn doeltreffend is geweest in het verminderen van de uitstoot van luchtverontreinigende stoffen; (2) in hoeverre de uitvoering van de richtlijn kostenefficiënt is; (3) in hoeverre de richtlijn coherent is met andere EU-wetgeving inzake schone lucht; (4) is de richtlijn nog steeds relevant en moet deze op basis van recente ontwikkelingen worden aangepast; en (5) in hoeverre is er nog steeds een meerwaarde van actie op EU-niveau, in tegenstelling tot andere overheidsniveaus?
Luchtkwaliteit raakt aan de taken van decentrale overheden, die mede verantwoording dragen voor de monitoring en rapportering over de toestand van de luchtkwaliteit. Het Rijk, de provincies en de gemeenten streven er in het Schone Lucht Akkoord naar om in 2030 te voldoen aan de advieswaarden van de WHO uit 2005. Alleen door samen te werken, zijn de doelen te behalen. Sectoren op het gebied van onder andere milieu, onderzoek en innovatie, energie, mobiliteit en landbouw moeten een belangrijke bijdrage leveren aan de uitvoering van maatregelen. Dit vereist een grote inspanning van (decentrale) overheden om in samenspraak met alle relevante industrieën, stakeholders, bedrijven en burgers tot haalbare doch ambitieuze regels te komen.
Decentrale overheden worden daarom aangemoedigd om input te leveren op deze raadpleging. U kunt uw input leveren via deze website. Reageren kan tot en met 14 maart 2024.
Nulvervuilingspakket
De WHO heeft in 2021 nieuwe advieswaarden voor de hoeveelheid stikstofdioxide en fijnstof in de lucht gepresenteerd, als update op de advieswaarden die de WHO in 2005 had gepubliceerd. Om aan deze nieuwe advieswaarden te voldoen, die een stuk strenger zijn dan de advieswaarden uit 2005, kwam de WHO met tussendoelen voor de advieswaarden. Deze tussendoelen zijn bedoeld om gefaseerd de advieswaarden uit 2021 te halen.
In oktober 2022 presenteerde de Europese Commissie het nulvervuilingspakket: een beleidspakket met drie nieuwe voorstellen om de vervuiling van het milieu in 2050 naar nul terug te dringen. Een van de voorstellen was de herziening van de huidige Richtlijn voor Europese luchtkwaliteitsnormen. In het voorstel van de Commissie op de richtlijn te herzien, pleit de Commissie ervoor om in 2030 aan de WHO-advieswaarden uit deze tussendoelen te voldoen. Uiteindelijk moet het nulvervuilingspakket de opstap zijn naar nulvervuiling in 2050. De Richtlijn (EU) 2016/2284 draagt bij aan de doelstellingen uit het nulvervuilingspakket.
Door:
Femke Boersma, Huis van de Nederlandse Provincies
Bron:
Richtlijn vermindering nationale emissies – evaluatie – Europese Commissie
Meer informatie:
Nulvervuilingspakket: luchtkwaliteit moet drastisch omhoog – Huis van de Nederlandse Provincies
Reactie Nederlandse regio’s op raadpleging EU-richtlijnen luchtkwaliteit – Huis van de Nederlandse Provincies