Europese Commissie presenteert werkprogramma 2024: wat staat ons komend jaar nog te wachten?
De Europese Commissie heeft haar werkprogramma voor 2024 gepubliceerd. Het programma biedt een overzicht van de voorstellen die de Commissie nog wil doen vóór de Europese Parlementsverkiezingen van 6 juni 2024. Welke voorstellen zijn relevant voor decentrale overheden?
Werkprogramma 2024
Op 17 oktober 2023 presenteerde de Europese Commissie haar werkprogramma 2024. Het overzicht van aankomende wetsvoorstellen is korter dan normaal. De Europese Parlementsverkiezingen zijn namelijk op 6 juni 2024 en vanaf dat moment zit de ambtsperiode van de Commissie er op.
Voor het halve jaar in 2024 dat de Commissie heeft, staan er achttien nieuwe beleidsvoorstellen gepland. In vergelijking: in 2023 waren het er drieënveertig. Het werkprogramma is vooral gevuld met lopende voorstellen, initiatieven voor de vereenvoudiging van administratieve lasten die dit jaar zijn ingediend en aangekondigde evaluaties. Welke voorstellen zijn relevant voor decentrale overheden?
Klimaat
De Commissie wil twee, voor decentrale overheden belangrijke klimaatvoorstellen aannemen. Zo staat het Europese Windenergiepakket op de planning voor 24 oktober 2023. Het pakket zal uit twee, niet-wetgevende voorstellen bestaan: (I) een actieplan voor het Europese Windenergiepakket en (II) een communicatie over de uitvoering van de EU-strategie voor offshore hernieuwbare energie. Voor decentrale overheden raakt dit aan de opgave voor ruimtelijke ordening (locatie windparken) en wellicht ook het verstrekken van vergunningen voor projecten rondom windenergie.
Daarnaast wil de Commissie een nieuwe EU-klimaatdoelstelling voor 2040 voorstellen in het eerste kwartaal van 2024. In april 2023 publiceerde ze hier al een raadpleging over. De nieuwe, tussentijdse norm is bedoeld om de doelstelling van een klimaatneutraal Europa in 2050 te verwezenlijken. De 2040-doelstelling moet zich onder meer focussen op het terugdringen van de broeikasgasemissies, koolstofdioxideverwijdering en versterkte internationale samenwerking. De doelstelling zal mogelijk nieuwe wet- en regelgeving met zich meebrengen die raakt aan decentrale opgaven.
Regionale Economie
De Commissie stelt in het eerste kwartaal van 2024 een nieuw, niet-wetgevend voorstel voor over geavanceerde materialen voor industrieel leiderschap. Er zijn nieuwe en geavanceerde materialen nodig om beter presterende en duurzame producten te ontwikkelen en schaarse hulpbronnen te vervangen. Dergelijke materialen maken deel uit van de oplossing voor regionale industrieën. Het voorstel heeft mogelijk impact op het mkb, bedrijven, de maakindustrie en kennisinstellingen.
Daarnaast komt de Commissie met twee evaluaties van Europese fondsen: een tussentijdse evaluatie van de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF) 2021-2027 en een definitieve evaluatie van het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) 2014-2020. Voor het EFRO loopt de huidige programmaperiode van 2021-2027. Beide fondsen worden beoordeeld op het behalen van de beoogde doelstellingen, de Europese meerwaarde van het fonds en de efficiëntie van de ondernomen acties binnen het fonds. De evaluaties dragen bij aan de keuzes die de Commissie zal maken voor een nieuwe verdeling van de middelen na 2027. Voor decentrale overheden, die middelen uit de fondsen ontvangen, is de discussie van groot belang.
Milieu
In het eerste kwartaal van 2024, zal de Commissie een initiatief voor waterbestendigheid presenteren: een niet-wetgevend voorstel voor structurele investeringen in de toegang tot water in de EU en om waterschaarste tegen te gaan. Dit initiatief raakt mogelijk aan de decentrale taken om te voorzien in een veilige en duurzame drinkwatervoorziening en aan de ruimtelijke inrichting.
Verder komt de Commissie met twee evaluaties. Allereerst komt er een fitness check om te bepalen hoe goed het “de vervuiler betaalt”-beginsel wordt toegepast in de EU. In juni 2023 opende de Commissie hier een raadpleging over. Het beginsel – dat vastligt in de Europese Verdragen – bepaalt dat degenen die het milieu verontreinigen, moeten betalen voor de maatregelen die deze verontreiniging voorkomen, bestrijden en verhelpen. Decentrale overheden zijn verantwoordelijk voor de monitoring en rapportering over de toestand van het milieu, zoals luchtkwaliteit en grondwaterkwantiteit en -kwaliteit. Daarmee kan een evaluatie over de toepassing van het “de vervuiler betaalt”-beginsel impact hebben op de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water (KRW).
Als tweede zal de Commissie in 2024 de Nitraatrichtlijn evalueren. De Nitraatrichtlijn is opgesteld voor bescherming van water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen. De evaluatie gaat na of de richtlijn nog geschikt is voor het beoogde doel, of deze in overeenstemming is met de actuele milieu- en klimaatambities van de EU en bijdraagt aan een duurzame en veerkrachtige landbouw en voedselzekerheid. Bij de evaluatie wordt nagegaan of de richtlijn, in veranderende klimatologische en milieuomstandigheden, landbouwers helpt zich aan te passen.
Mobiliteit
De Commissie wil twee wetsvoorstellen herzien en vereenvoudigen in 2024, om de administratieve lasten te verminderen. Enerzijds betreft het de richtlijn (2009/33/EC) voor de promotie van schone wegvoertuigen ter ondersteuning van emissiearme mobiliteit, anderzijds betreft het de richtlijn (92/106/EC) voor het gecombineerd vervoer tussen lidstaten.
Bij de eerste richtlijn wordt de frequentie van rapportages verlaagd. Bij de tweede richtlijn betreft het de vereenvoudiging van procedures, bijvoorbeeld door het gebruik van digitale platformen voor vervoersinformatie. Beide richtlijnen raken aan decentrale competenties, zoals rondom emissiearm openbaar vervoer en de modal shift van vrachtvervoer over de weg naar binnenvaart of het spoor.
Decentrale lobby
Elk jaar presenteert de Europese Commissie halverwege oktober een werkprogramma voor het jaar daarna. In dit programma schetst de Commissie een overzicht van haar ambities, welke acties tot nu toe zijn ondernomen om deze ambities te realiseren en welke acties nog volgen. Het werkprogramma is deze keer kort vanwege de Europese verkiezingen in juni.
In aanloop naar een tijd van verkiezingen en veranderingen, is het daarom van belang om de EU-belangen van decentrale overheden te behartigen, nu ideeën en strategieën over de toekomst van Europa nog in de maak zijn. Decentrale overheden moeten nu al nadenken over de periode ná 2024: welke strategische inzet willen decentrale overheden leveren richting de Europese instellingen en de nationale politiek in voorbereiding op de periode 2024 – 2029?
Dit is een opdracht die provincies, gemeenten en waterschappen individueel én gezamenlijk zullen moeten vervullen. Het Huis van de Nederlandse Provincies zet komende tijd in op het formuleren van gezamenlijke, lange termijn standpunten op verschillende dossiers en gaat hierover het gesprek aan met de medeoverheden.
Door:
Femke Boersma, Huis van de Nederlandse Provincies
Bron:
Vandaag resultaten boeken om klaar te zijn voor morgen: Werkprogramma van de Commissie voor 2024 – Europese Commissie
Meer informatie:
Annexes to the Commission work programma 2024 – Europese Commissie